De politie heeft drie verdachten aangehouden die mogelijk betrokken waren bij de dood van Ahmad Mola Nissi (foto) in Den Haag in november 2017. De verdachten zijn na verhoor weer op vrije voeten gesteld. Ze blijven wel verdachten.
Het gaat om drie mannen van 37, 29 en 31 jaar uit Barendrecht, Amsterdam en Rotterdam. Het Openbaar Ministerie verdenkt een van hen van betrokkenheid bij de voorbereiding van de moord, een van het voorhanden hebben van het gebruikte vuurwapen en een van de diefstal van de auto die is gebruikt. Na verhoor zijn de verdachten heengezonden, de officier van justitie heeft op basis van het huidige dossier besloten hen niet voor te geleiden bij de rechter-commissaris. Ze blijven wel verdachten.
Het slachtoffer werd op 8 november 2017 doodgeschoten op de Jan van Riebeekstraat in Den Haag. De zaak bleef lange tijd onopgelost. Tot afgelopen maand. In het buitenland werd een Bulgaarse man gesproken - die vastzit in de gevangenis voor een andere moord - die mogelijk de schutter was. De politie sluit meer aanhoudingen niet uit.
Mensenrechten
Ahmad Mola Nissi woonde sinds 2006 met zijn gezin in Nederland, omdat ze zich in Iran niet meer veilig voelden. De man streed voor mensenrechten en zette zich al van jongs af aan in voor de onafhankelijkheid van zijn volk; dat vormt in Iran een kleine etnische minderheid.
In 2018 maakte de politie bekend dat een Nederlandse criminele groepering betrokken kan zijn geweest bij het plannen en uitvoeren van de liquidatie van Mola Nissi. Daar gaat het onderzoeksteam nog steeds van uit.